Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Hij zal op dezen berg [23]verslinden [24]het bewindsel des aangezichts, waarmede alle volken bewonden zijn, [25]en het deksel, waarmede alle natien bedekt zijn. 23. Dat is, teniet doen. 24. Hebreeuws, het aangezicht des bewindsels, of deksels, bewonden, of gedekt, over, enz. en zo in het volgende; en versta, de blindheid en onwetendheid in goddelijke en hemelse zaken, waar alle heidenen in staken voor de verkondiging van het heilige Evangelie. Zie 2 Kor.3:16. 25. Dat is, waarmede alle natien of aller heidenen ogen des verstands bedekt en als verblind zijn, aangaande goddelijke zaken. Hetgeen straks tevoren gezegd is, wordt met andere woorden wederhaald.